Een aantal jaar geleden kwam er een vader in de praktijk. “Ik faal als vader, en ga mijn eigen vader achterna. Ik ben niet leuk en lief, en schreeuw alleen maar. Hoe kunnen mijn kinderen een fijne band met me opbouwen als ik zo’n schreeuwlelijk ben?”, vroeg hij me.

Falen als ouder. Een gevoel dat veel ouders zullen herkennen. Bijna iedereen bekruipt wel eens het gevoel ‘het niet goed te doen’. Bij deze vader ging het nog een stapje verder. Zijn angst om in de voetsporen van zijn vader te treden, die altijd verbaal agressief en dominant was geweest, ging ver. Zo ver, dat hij nauwelijks kon geloven dat gedrag altijd een keuze is, en dat je je niet hoeft te laten leiden door één van jouw deelpersonages aan het stuur.

De functie van de ‘Schreeuwlelijk’

Ervan uitgaande dat ieder deelpersonage is ontstaan vanuit een positieve intentie, zijn we eerst samen gaan kijken naar de functie van zijn ‘Schreeuwlelijk’. Wanneer laat de ‘Schreeuwlelijk’ het meest van zich horen? Als je ontspannen bent en lekker in je vel zit? Nee, altijd in tijden van drukte en stress.

Als zijn drie kinderen protesteerden bij het tandenpoetsen en de bedrituelen, dan lag de ‘Schreeuwlelijk’ van vader sneller op de loer. Eén huilend en mopperend kind naar bed brengen dat is nog tot daar aan toe, maar als er drie kinderen aan het dreinen zijn… Logisch dat je dan een korter lontje krijgt.

Ik heb zelf ook een ‘Schreeuwlelijk’. Vooral tijdens het autorijden laat hij regelmatig van zich horen. Ben ik moe en hongerig na een lange dag vol klanten, dan moet iedereen die voor mij rijdt, vooral doorrijden en normaal doen. Lukt dat niet, of vind ik dat dat onvoldoende lukt, dan scheldt mijn ‘Schreeuwlelijk’ graag half autorijdend Nederland de huid vol. Zeker als ik alleen in de auto zit (wat meestal het geval is), dan kan mijn ‘Schreeuwlelijk’ ongegeneerd schelden en foeteren. Trots ben ik er niet op. Toch is mijn ‘Schreeuwlelijk’ redelijk onschuldig, want anderen hebben er geen last van. Alleen toen ik laatst door de buurman werd aangesproken wat er aan de hand was, omdat hij me luid schreeuwend langs had zien rijden, had ik het liefst door de grond willen zakken…

De invloed van cultuur op onze oordelen

Onschuldig of niet, een schreeuwlelijk heeft altijd een duidelijk doel en functie. We veroordelen onszelf erom, omdat het lijkt op het ontladen van stress en frustratie. En daar kun je best manieren voor verzinnen die minder agressief zijn. Volg een yogales, mediteer, ga even douchen. Maar ongegeneerd schreeuwen en tieren, dat is ‘not done’. Zo zit onze cultuur niet in elkaar. En wij mensen zijn kuddedieren, willen liever niet teveel afwijken van wat gangbaar of ‘normaal’ is. Als we afwijken van de gangbare norm bestaat de kans dat we voor ‘aso’ of ’tokkie’ worden versleten, en dat wil niemand.

Heb jij ook een ‘Schreeuwlelijk’ die graag zou willen temmen? Stel jezelf de vraag: wat is mijn gevoel? En vervolgens: wat is mijn behoefte? Laat je verrassen door de uitkomst!